Home

Overig

Om meer inzicht te geven in de totale kosten van de overhead schrijft het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) voor om vanaf 2017 een apart overzicht op te nemen van de overhead. Onder overhead wordt verstaan: alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Te denken valt aan kosten met betrekking tot personeel en organisatie, financiën, huisvesting en bestuursondersteuning. Deze kosten mogen niet meer worden toegerekend aan de directe taakvelden/programma’s. De overhead wordt vanaf 2017 centraal begroot en verantwoord op het overzicht overhead via taakveld Overhead. Hierna wordt inzicht gegeven in het totaal van de overhead opgenomen in de begroting 2026.

Specificatie van de overhead

De kosten van overhead kunnen als volgt gespecificeerd worden (x € 1.000):

Rekening 2024

Begroting inclusief wijzigingen 2025

Begroting 2026

Huisvesting

1.104

1.004

1.045

Informatievoorziening en automatisering

1.921

2.531

1.838

Personeel

8.288

7.897

8.741

P&O/HRM

1.022

1.051

936

Facilitaire zaken

903

689

704

Juridische zaken

92

105

107

Overige

328

376

300

Subtotaal

13.569

13.653

13.671

Toerekening grondexploitaties, investeringen en subsidieprojecten

-/- 751

-/-730

-/- 881

Totaal

12.818

12.923

12.790

Huisvesting

Betreft de kosten voor ruimten voor de uitvoering van de algemene taken van de eigen organisatie. Dit betreft dus voornamelijk het gemeentehuis in Vlijmen, het gemeentehuis in Drunen en een deel van de werf waar kantoorruimte in gevestigd is. Kosten bevatten onder andere energiekosten, onderhoud en schoonmaak. Daarnaast is een deel van de kosten van de buitendienst verantwoord onder huisvesting aangezien dit betrekking heeft op het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen in gebruik voor de eigen organisatie.

Informatievoorziening en automatisering

Betreft de kosten voor aanschaf, onderhoud en licenties van hard- en software, systeem- en netwerkbeheer, applicatiebeheer en ondersteuning van medewerkers voor zover niet toe te rekenen aan het primaire proces. Hiervoor zijn alle applicaties doorgenomen en waar mogelijk toegerekend aan het primaire proces. Het restant is verantwoord onder de overhead. Dit geldt ook wanneer een contract betrekking heeft op meerdere applicaties ten behoeve van het primaire proces.

Personeel

Betreft de loonkosten van personeel voor zover deze niet actief zijn in het primaire proces. De verdeling wordt gemaakt op basis van de urenramingen. Hierbij worden de uren besteed aan onder andere financiën, communicatie, juridische zaken, P&O, ICT en bestuursondersteuning onder de overhead verantwoord. Overeenkomstig de voorschriften van het BBV zijn hierbij ook de volledige loonkosten van directie en management opgenomen.

P&O/HRM

Dit betreft de kosten die gemaakt worden voor het personeelsbeheer. Hierbij valt te denken aan opleidingskosten, reis- en verblijfskosten, werving en selectie, loopbaan- en mobiliteitsadviezen, arbo beleid en het voeren van de salarisadministratie.

Facilitaire zaken

Betreft de kosten voor verzekeringen, abonnementen en telefoonkosten.

Juridische zaken

Betreft de externe kosten gerelateerd aan juridische zaken waaronder juridische advieskosten, kosten met betrekking tot BIBOB, bezwarencommissie en leges en griffie kosten.

Toerekening grondexploitaties, investeringen en subsidieprojecten

Er is een uitzondering gemaakt voor grondexploitaties, investeringen en subsidieprojecten. De overhead mag wel nog worden toegerekend aan deze activiteiten door dit als negatieve last in de overhead mee te nemen. Het saldo dat gepresenteerd wordt onder de overhead is daarom een netto bedrag.

De toerekening heeft plaatsgevonden op basis van het aantal uren dat geraamd is ten laste van de grondexploitaties en kredieten. Voor deze uren is een opslag voor de overhead berekend en verwerkt in de begroting. De opslag is berekend door de totale (bruto)overhead te delen door het aantal uren dat geraamd wordt ten laste van het primaire proces, inclusief kredieten.

Toelichting begroting 2026 ten opzichte van begroting 2025 na wijziging

Voornaamste verschillen (negatief bedrag is een nadeel)

Informatievoorziening en automatisering

Per 1 januari 2025 is het nieuwe financiële pakket ERPx live gegaan. De huidige stand van zaken is dat het pakket nu draait maar dat er in 2025 nog verder gewerkt wordt aan de optimalisatie en effectiever gebruik van de mogelijkheden van het pakket. Dit alles leidt tot extra kosten in 2025 van inhuur om eigen personeel vrij te spelen om collega’s intern te begeleiden bij het gebruik van het pakket en de gewijzigde inkoopprocedure, de koppelingen te realiseren en hulp en bijstand van derden voor de optimalisatie van het pakket.

630.000

Personeel

Door het jaar heen worden er vanuit het centrale flexbudget diverse inhuurbudgetten beschikbaar gesteld. De inhuurbudgetten worden geraamd op het taakveld waarvoor inhuur wordt gepleegd. Hierdoor vindt er een verschuiving plaats tussen overhead en diverse taakvelden.

-830.000

P&O/HRM

Voor de jaren 2023 tm 2025 was er extra budget beschikbaar gesteld voor het aantrekken van nieuw personeel.

135.000

Toerekening grondexploitaties, investeringen en subsidieprojecten

De doorbelasting van de overhead naar de grondexploitaties, investeringen en subsidieprojecten is in 2026 hoger. Dit zorgt voor een voordeel in de exploitatie.

150.000

Overig

In het kader van de ombuigingen is kritisch gekeken waar nog mogelijkheden zijn, zonder het niveau van goede dienstverlening en aantrekkelijk werkgeverschap aan te tasten. Hierbij kan gedacht worden aan opleidingen en facilitaire zaken. We kiezen voor behoud van werkgelegenheid voor de organisatie, maar zonder verhoging van formatie. Er is een taakstellend bedrag opgenomen voor 2026 van € 50.000.

50.000

Overige verschillen

-2.000

Saldo voordelig verschil

133.000

 

Dekking van de overhead

In de begroting is alleen overhead toegerekend aan de grondexploitaties en kredieten. De overhead zal verder vanuit de algemene dekkingsmiddelen gedekt moeten worden. Uitzondering hierop zijn de activiteiten waarvoor kostendekkende tarieven gerekend mogen worden zoals afval en riolering. Aangezien in de programma’s alleen de kosten worden opgenomen van het primaire proces is het niet mogelijk om de tarieven die berekend mogen worden hieruit te halen. De overhead mag aan deze activiteiten extracomptabel worden toegerekend.
Aangezien de toerekening aan de tarieven extracomptabel gebeurd, is deze niet af te leiden uit de begroting. In de paragraaf lokale heffingen is daarom toegelicht welk aandeel van de overhead wordt toegerekend aan deze activiteiten. De hoofdregel voor toerekening is dat deze plaats vindt op basis van het aandeel van de betreffende lasten in de totale lasten.

Deze pagina is gebouwd op 09/18/2025 14:25:04 met de export van 09/18/2025 14:19:07