De specifieke, financiële, toprisico’s voor de gemeente Heusden zijn:
Grondexploitatie € 7.000.000, diverse kans%
(programma Economie en recreatie en Bouwen en wonen)
De complexe en langdurige processen rondom projecten brengen risico’s met zich mee. Dit kan leiden tot tegenvallende resultaten, waardoor verliezen hoger uit kunnen vallen dan verwacht. Verliezen zijn afgedekt met voorzieningen. Wanneer voorzieningen ontoereikend blijken, moet het gemeentelijk weerstandsvermogen toereikend zijn om aanvullende verliezen op te kunnen vangen.
De algemene risico’s zijn doorgerekend voor alle relevante projecten. De algemene risico’s betreffen onder meer het risico van dalende grondprijzen bij een tegenvallende economische ontwikkeling, het risico dat de rente kan stijgen en het risico dat de inflatie hoger uitvalt dan ingerekend. In de risicoanalyse is rekening gehouden met het scenario van een economische teruggang waarbij verkoopprijzen dalen, hypotheekrentes stijgen, de verkopen vertragen en de jaarlijkse indexering van de grondprijzen lager uitvalt.
De algemene risico’s zijn ten tijde van de jaarrekening 2024 lager ingeschat, omdat het risico van dalende grondprijzen en dalende woningprijzen lager werd ingeschat. Het risico van meer inflatie en een hogere rente leidde toen nog tot een verhoging van het rentebedrag. De economische situatie in de zomer van 2025 geeft geen aanleiding om het risicobedrag uit de jaarrekening 2024 te wijzigen. Ook de specifieke projectrisico’s geven geen aanleiding voor een wijziging.
De in de jaarrekening 2024 gehanteerde risicobedragen zijn begin 2025 geraamd en doorgerekend. De ontwikkelingen tot en met de zomer van 2025 geven geen aanleiding om het risicobedrag bij te stellen. Het risicobedrag dat voor de grondexploitaties is meegenomen in de begroting 2026, blijft daarmee gelijk aan het bedrag wat in de jaarrekening 2024 was opgenomen: € 7 miljoen. Het project De Grassen heeft het grootste aandeel in dit risicobedrag.
Invoering privatisering bouwtoezicht € 200.000, 90% kans
(programma openbare orde en veiligheid)
De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb), is op 14 mei 2019 door de Eerste Kamer aangenomen. De Wkb is gelijktijdig met de Omgevingswet ingegaan op 1 januari 2024. Met behulp van een extern advies is het financiële gevolg (voor zover nu mogelijk) ingeschat en verwerkt in de begroting. Aangezien de werkzaamheden veranderen en de inschatting daarom moeilijk is, wordt het risico voor afwijkingen ten opzichte van de huidige schattingen nog steeds opgenomen.
Beperkte capaciteit (formatie) door uitval of niet ingevulde vacatures € 650.000, 70% kans (diverse programma’s)
Vooralsnog huldigen we het uitgangspunt dat alle wensen voor formatie-uitbreiding vooralsnog intern worden opgevangen. Dat heeft tot gevolg dat de kans op overschrijding van de personeelsbudgetten groter wordt. Daarnaast is er nog steeds sprake van krapte op de arbeidsmarkt en moeilijk in te vullen vacatures. Omdat de werkzaamheden doorgaan en om het effect op de organisatie en doelstellingen te beperken wordt in sommige gevallen gekozen voor tijdelijke inhuur om de vacatures in te vullen. Dit brengt echter hogere kosten met zich mee. Daarbij komt dat het budget voor werving in 2026 ongeveer € 100k lager is wat maakt dat ondanks alle verbeteringen die middels ervaring gerealiseerd worden, het ingeschatte risico zowel op kans als op effect gelijk blijft.
Statushouders kunnen onvoldoende geplaatst worden in de gemeente € 125.000, 70% kans (sociaal domein)
Wij zijn als gemeente verantwoordelijk voor realisatie van de opgelegde huisvestingstaakstelling voor statushouders, alleen hebben wij onvoldoende woningen beschikbaar. Dit leidt tot een tussenoplossing in de vorm van een tussenvoorziening voor gekoppelde statushouders.
Frictiekosten bij verschuiving van GGZ naar alternatieve aanbieder bij Gemeint € 600.000, 50% kans (sociaal domein)
In de plannen van Het Gemeint 3 wordt opgenomen dat een aanbieder gaat zorgen voor dagbehandeling. Dit construct gaat leiden tot een verschuiving van het budget van de GGZ naar deze nieuwe aanbieder. Dit vraagt echter wel om een gewenningsperiode, waarbij de capaciteit niet volledig ingezet of benut zal worden, en dit mogelijk zal leiden tot dubbele kosten. Deze risico-inschatting geldt voor 2026 en door monitoring wordt die voor de periode daarna opnieuw ingeschat.