Sociaal domein

Ontwikkelingen

Landelijke ontwikkelingen jeugdhulpstelsel
In 2023 is de ‘Hervormingsagenda Jeugd’ vastgesteld waar een aantal jaren aan is gewerkt. Deze agenda beschrijft op hoofdlijnen tien opgaven. De eerste zes opgaven staan in het teken van betere en tijdige zorg en ondersteuning, op de juiste plek en wanneer dit nodig is.

  1. We hebben een fundamenteel gesprek te voeren met elkaar over opvoeden en opgroeien en over de ontwikkelingen die ten grondslag liggen aan het toenemende beroep op jeugdhulp.
  2. Wanneer kinderen en gezinnen jeugdhulp nodig hebben, is het van belang dat deze steeds wordt ingezet met oog voor de situatie van het gezin (de thuissituatie) waarin een jeugdige opgroeit.
  3. Waar jeugdhulp nodig is, moet deze toegankelijk en beschikbaar zijn voor de meest kwetsbare jeugdigen en gezinnen.
  4. Jeugdigen en hun opvoeders moeten voor jeugdhulp laagdrempelig en dicht bij huis terecht kunnen bij stevige lokale teams die waar nodig ook zelf passende en samenhangende basishulp bieden: zowel licht als zwaarder en zowel kort als langdurig.
  5. We zorgen dat kinderen zoveel mogelijk thuis opgroeien, ook als zij hulp nodig hebben.
  6. Jeugdigen en opvoeders moeten erop kunnen vertrouwen dat de zorg die zij ontvangen, bijdraagt aan het realiseren van de doelstelling van de jeugdige en/of ouders of opvoeders.

De laatste vier opgaven staan in het teken van een beter jeugdhulpstelsel.

  1. Kwetsbare jeugdigen moeten kunnen rekenen op tijdige en passende hulp.
  2. De meeste tijd en aandacht moet uitgaan naar het daadwerkelijk verlenen van zorg, administratieve lasten moeten worden verlaagd.
  3. De beschikbaarheid en kwaliteit van data moet verbeterd worden om inzicht te krijgen in de kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van zorg en in de effecten van landelijk, regionaal en gemeentelijk beleid.
  4. Met minder middelen moeten gerichter keuzes gemaakt worden om het stelsel houdbaar te houden.

Aan deze opgaven zijn maatregelen verbonden die zowel lokaal als regionaal grote gevolgen hebben. Met het Jeugd- en Gezinsteam (JGT) en de regionale samenwerking zijn echter al grote stappen in de goede richting gezet. Aan deze ‘Hervormingsagenda’ is een structurele landelijke besparing van 0,8 miljard euro op de jeugdhulpkosten verbonden vanaf 2028. Het is nog onduidelijk welk deel van deze besparing kan worden gerealiseerd en welk deel daadwerkelijk gekort wordt op de gemeentelijke budgetten. Dit hangt af van zowel wetswijzigingen door het Rijk als ontwikkelingen bij gemeenten.

Integraal Zorgakkoord
In 2025 is gewerkt aan de doorontwikkeling van het IZA (integraal zorgakkoord) naar het AZWA (aanvullend zorg- en welzijnsakkoord). In het AZWA zou meer ruimte komen voor ontwikkelingen in het sociaal domein. Door de val van het kabinet-Schoof ligt de ontwikkeling van het AZWA stil. Dit betekent onzekerheid over beschikbare middelen voor gemeenten. Begin 2025 stapte de VNG, namens de gemeenten, uit het IZA.  
De regio Hart van Brabant heeft eind 2023 het IZA Regioplan Midden-Brabant ingediend. Passend bij dit regioplan kunnen transformatieplannen opgesteld worden. Een transformatieplan moet een positieve impact hebben op passende zorg en zorggebruik in de Zorgverzekeringswet, inzet van personeel en/of de omvang van zorgvastgoed.

In 2026 wordt uitvoering gegeven aan het transformatieplan ‘toegankelijke mentale gezondheidszorg’. Daarnaast kunnen nieuwe transformatieplannen ingediend worden. De plannen kunnen ook invloed hebben op de werkwijze in het sociaal domein.  

Stevige lokale teams (regionale ontwikkeling)
Verschillende landelijke ontwikkelingen (Hervormingsagenda, IZA, GALA) sturen op het versterken van de sociale basis. Het zorgstelsel is niet langer houdbaar. Door hoge kosten en personeelstekorten ontstaan lange wachtlijsten in de zorg en financiële tekorten bij gemeenten. Een sterke sociale basis wordt gezien als deel van de oplossing om hulp te kunnen blijven bieden. Dit betekent voor een deel van de inwoners dat de begeleiding vanuit de Wmo, GGZ of jeugdhulp anders wordt. Bijvoorbeeld ondersteuning van andere inwoners (eigen netwerk of vrijwilligers) of een groepsbijeenkomst met andere inwoners die tegen dezelfde vragen aanlopen. Inwoners kunnen hier dan zonder indicatie gebruik van maken. Als onderdeel van de sociale basis zijn stevige lokale teams nodig. Deze teams hebben de expertise om in te schatten wat nodig is en hebben de mogelijkheid en capaciteit om zelf hulp en ondersteuning te kunnen bieden. De Regio Hart van Brabant trekt samen op in deze opgave. In de regio wordt gewerkt aan eenduidige uitgangspunten en mogelijkheden tot regionaal (ondersteunings)aanbod waar op lokaal niveau onvoldoende omvang voor beschikbaar is. In Heusden vormen het JGT en Wijk en Welzijnsteam (WWT) het uitgangspunt voor de doorontwikkeling naar stevige lokale teams.

Inkomensafhankelijke en vermogensafhankelijke eigen bijdrage WMO

Het kabinet is van plan om per 1 januari 2027 een inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage in te voeren. In 2026 vraagt dit om administratieve voorbereiding in systemen en communicatie richting inwoners. Als deze aangepaste vorm van eigen bijdrage wordt ingevoerd, dan kan het zijn dat minder inwoners hulp bij het huishouden willen ontvangen via de gemeente. Een inkomensafhankelijke en vermogensafhankelijke bijdrage betekent namelijk dat inwoners een eigen bijdrage betalen op basis van inkomen en vermogen.

Wetswijziging huisvesting statushouders
Het kabinet wil een wetswijziging doorvoeren op de huisvestingswet waardoor statushouders niet langer met voorrang een sociale huurwoning aangeboden mogen krijgen. Deze wetswijziging zou vanaf 1 juli 2026 inwerking kunnen treden. Deze wijziging heeft grote gevolgen voor de uitvoering van de Wet Inburgering. We kunnen hierdoor minder goed voorspellen wanneer en hoeveel statushouders zich in de gemeente Heusden zullen vestigen. Dit maakt het lastiger om tijdig inburgeringstrajecten en maatschappelijke begeleiding te organiseren. Ook betekent dit dat wij geen afspraken kunnen maken met onze inburgeringspartners over aantallen en daarmee zekerheden kunnen geven. Dit heeft effect op de prijs.
Daarnaast is het kabinet van plan de huisvestingstaakstelling af te schaffen. Deze wijziging op de huisvestingswet zal waarschijnlijk niet voor 2027 inwerking treden. Tot het zover is blijft het college verantwoordelijk voor de huisvesting in overeenstemming met de huisvestingstaakstelling. Het is onduidelijk hoe we zonder voorrangsregeling kunnen voldoen aan deze wettelijke taak.

Deze pagina is gebouwd op 09/18/2025 14:25:04 met de export van 09/18/2025 14:19:07