Openbare verlichting
Het beleidsplan openbare verlichting is vastgesteld in juli 2018 en loopt tot en met 2022. De titel en het motto van het nieuwe beleid is: Slim verlichten. Alléén verlichten waar, wanneer en zoveel als nodig. Het nieuwe beleid richt zich op het bewuster en spaarzamer omgaan met verlichting van de openbare ruimte. De insteek is dat de openbare verlichting past bij de functie en het gebruik van de openbare ruimte. In 2020 is het programma van eisen voor de openbare verlichting vastgesteld. Dit vormt de basis voor het verhelpen van storingen en defecten, de aanbesteding van het storingenbestek en de planmatige vervanging en integrale herinrichtingsprojecten. Inmiddels is het storingen- en vervangingenbestek aanbesteed en gegund. Hiermee is sprake van een gestructureerde, planmatige en samenhangende methodiek voor de uitwerking van het beleid openbare verlichting. Het doel is eenduidig beheer en onderhoud voor alle openbare verlichting. Voor planmatige vervanging van lichtmasten/armaturen en voor klein onderhoud is jaarlijks een bedrag geraamd. De gedurende de looptijd van het beleidsplan beschikbare middelen zijn naar verwachting voldoende voor het realiseren van het gewenste ambitieniveau. Eind 2023 heeft een evaluatie van het beleidsplan openbare verlichting plaatsgevonden. Het college heeft op 27 februari 2024 kennis genomen van deze evaluatie. De conclusie is dat het huidige beleidsplan voldoet en daarom ongewijzigd kan worden toegepast voor de periode tot en met 2025. De huidige beleidsuitgangspunten worden gebruikt om uitvoering te geven aan grootschalige vervanging die nog loopt in 2025. In het derde en vierde kwartaal van 2025 wordt het huidige beleidsplan geëvalueerd, geactualiseerd op het gebied van financiën en ontwikkelingen van de afgelopen 7 jaar. Grootschalige vervangingen zullen naar verwachting tot zeker 2030 plaatsvinden.